Financieel Commentaar Financieel Commentaar

Verhoging AOW-leeftijd kost samenleving vele miljarden !!

Verhoging AOW-leeftijd kost samenleving in 16 jaar 35 miljard !!

De Tweede kamer is dit jaar uiteindelijk akkoord gegaan met een verhoging van de AOW-leeftijd. Wat men klaarblijkelijk niet beseft heeft is dat bij het pensioenakkoord een afspraak is gemaakt die ervoor zorgt dat de verhoging van de AOW-leeftijd geen bezuiniging maar een lastenverzwaring oplevert !!

Deze afspraak tussen overheid, werknemers en werkgevers luidt als volgt:
“Met ingang van 2013 tot en met 2028 wordt de AOW jaarlijks extra verhoogd met 0,6 procent. Deze verhoging komt bovenop de aanpassing van de AOW aan de gemiddelde stijging van de cao-lonen”

In onderstaand artikel is een berekening gemaakt van de lastenverzwaring die gaat optreden door bovengenoemde overeenkomst.

Daarvoor zijn 2 tabellen gemaakt. De tabellen zijn als volgt samengesteld waarbij als basis de AOW-uitkering 2012 voor gehuwden is aangehouden.

Kolom 1:
In de eerste kolom laten wij de AOW stijgen met 1,5% op jaarbasis.

Kolom 2:
In de tweede kolom laten wij de AOW stijgen met 2,1% (incl. de extra stijging van 0,6%).

Kolom 3:
In de derde kolom laten wij de aow-uitkering zien die de generatie van 1955 gaat krijgen (die eigenlijk pas op 66-jarige leeftijd de AOW zou ontvangen) op het moment dat zij beslissen de uitkering 1 jaar te vervroegen naar 65 jaar. Het uitkeringsbedrag is dan 93,5% van de tweede tabel (korting 6,5%). De leeftijdscategorie tot geboortejaar 1960 komt ten opzichte van de huidige AOW (die stijgt met de gemiddelde stijging van de CAO-lonen) er nog behoorlijk vanaf.
In de eerste 4 jaar hebben zij een iets lagere uitkering (vergelijk tabel 1 en 3, jaartallen 2020 tot en met 2023), maar daarna is de uitkering door de 0,6% extra stijging hoger t.o.v. huidige AOW (vergelijk tabel 1 en 3, 2024 e.v.)

Kolom 4:
In de vierde kolom laten wij de aow-uitkering zien die de generatie van 1960 e.v. gaat ontvangen op het moment dat zij beslissen de AOW-uitkering (die eigenlijk pas op 67-jarige leeftijd de AOW zou ontvangen) met 2 jaar te vervroegen naar 65 jaar. Het uitkeringsbedrag is dan 87% van de tweede tabel (korting 13%). De leeftijdscategorie vanaf geboortejaar 1960 ontvangt uiteindelijk een lager AOW-bedrag bedrag ten opzichte van hoe de AOW geweest zou zijn als de extra opslag van 0,6% er niet zou zijn geweest.
Uiteindelijk leveren zij in 2025 6,1% in (vergelijk tabel 1 en 4 in 2025). Deze achterstand wordt door de 0,6% toeslag iets ingelopen, maar omdat deze extra opslag in 2028 ophoudt blijft de uitkering 95,6% van het huidige AOW-systeem (vergelijk tabel 1 en 4 in 2028).

Kolom 5:
In kolom 5 kunt u zien hoeveel 65 jarigen de Nederlandse samenleving telt in enig jaar (bron CBS).

Kolom 6:
In kolom 6 kunt u het aantal nieuwe toetreders zien in enig jaar vanaf 2020 (vanaf dat moment wordt dit een relevant getal). Dit aantal is een aanname en is berekend door het verschil tussen twee opeenvolgende kalenderjaren + 150.000. Deze 150.000 is een aanname van het aantal 65-jarigen die in een bepaald jaar gaan overlijden. Dit aantal is een (naar boven afgerond gemiddelde) van een statistiek van het CBS.

Wat kost ons deze afspraak in het pensioenakkoord.?:

Kolom 1:
Kolom 1 is de totale AOW-last bij een jaarlijks 1,5% stijgende AOW. Daarbij is uitgegaan van de gehuwden AOW. In de praktijk geniet een substantieel deel de alleenstaanden-AOW die 45,6% hoger is !! (hetgeen de verschillen alleen maar vergroot).

Kolom 2:
Kolom 2 is de totale AOW-last bij een jaarlijks 2,1% stijgende AOW (incl. 0,6% extra toeslag)

Kolom 3:
Kolom 3 is het verschil tussen Tabel 2 en Tabel 1 oftewel tussen de AOW incl 0,6% toeslag en de huidige AOW.

Kolom 4:
Kolom 4 is de correctie op tabel 3 omdat een deel van de nieuwe AOW-ers (generatie geboren na 1954) vanaf 2020 een lagere AOW gaat genieten

Kolom 5:
Kolom 5 is de extra uitgave die de overheid moet doen voor deze 0,6% hogere AOW-uitkering vanaf 2013. Voordat de latere AOW ingaat heeft de overheid al € 5 ½ miljard meer uitgegeven t.ov. een AOW zonder de 0,6% toeslag (het eerste getal in tabel 5 is het totale verschil tussen de AOW met en AOW zonder toeslag tot en met 2019.

Conclusie:

De extra 0,6% uitkering kost ons tot 2028 EUR 35 miljard extra.

Bij deze berekeningen horen de volgende kanttekeningen:

  • Niet iedereen ontvangt volledig AOW hetgeen het verschil verkleint
  • Er is uitgegaan van de gehuwden AOW. In werkelijkheid zijn er onder de 65 jarigen veel alleenstaanden hetgeen het verschil (sterk) vergroot.
  • Deze berekening is gemaakt op de achterkant van een sigarendoosje en zal door iemand die meer tijd en informatie tot zijn/haar beschikking heeft (CPB ??) gepreciseerd kunnen worden. Conclusie dat deze maatregel ons veel geld kost in plaats van oplevert blijft overeind.
  • Geld komt grotendeels ten goede aan de generatie die genoten heeft van een (niet zelf gefinancierde) VUT-uitkering en die daarnaast (indien van toepassing) ook nog in aanmerking kwam voor de AOW-toeslag.

Tenslotte moet worden opgemerkt dat dit het zoveelste fiscale instrument is dat niet bereikt wat het beoogde (MKB-winstvrijstelling zie artikel, Wet Hillen zie artikel, wijziging ziektekostenstelsel).

Financieel Commentaar is powered by WordPress | Entries (RSS) and Comments (RSS)| Partnerprogramm Theme